Een wilde das met de hand grootbrengen
De Eurazische das (latijnse naam: Meles Meles) is het grootste landroofdier van ons land, en hij behoort tot de familie van de marterachtigen. De das dus is familie van de steenmarter, boommarter, bunzing, hermelijn en de wezel. En natuurlijk van de tamme fret.
Een wilde das zul je in het algemeen niet vaak tegenkomen. Ze verschuilen zich in grote ondergrondse burchten. Jonge dassen worden naakt en hulpeloos geboren in zo'n burcht. Als een jonge das wordt gevonden, dan is hij meestal zo'n 8 a 10 weken oud. Want dat is de leeftijd dat ze buiten de burcht komen, en verdwaald kunnen raken. Op deze leeftijd zijn de oren en ogen open, hebben ze al een lange vacht, en beginnen de tandjes al door te komen.
Let op!
Ga een jonge das niet zelf met de hand grootbrengen, maar breng het naar een gespecialiseerde opvang voor wilde dieren. Zij weten wat ze doen en hebben ervaring. Het slagingspercentage is daardoor veel groter, en leed wordt voorkomen.
Deze handleiding is bedoeld ter informatie voor opvangcentra, niet voor particulieren. Dassen zijn beschermde dieren en het is verboden om een das in huis te hebben. Hierop staan hoge boetes.
Heb je een jonge das gevonden? Neem dan direct contact op met Stichting Das & Boom of de Dassenwerkgroep Brabant.
Doodgereden zogende dassen
Wanneer u vermoed dat de doodgereden das zogend was (februari tot juli) kunnen er mogelijk hulpbehoevende jonge dassen achtergebleven zijn.
Een das die zogend was, is te herkennen aan de lengte van de tepels en de soms zichtbare kale plekken er omheen. Bij niet zogende dassen is de tepel niet veel groter dan een speldeknop, bij zogende dassen duidelijk groter.
In de maanden april t/m juni kunnen deze jonge dieren geholpen worden door snel melding te doen bij Stichting Das & Boom of de Dassenwerkgroep Brabant.
De eerste zorg aan een jonge das
Jonge dassen zijn vaak gestresst, onderkoeld en hongerig als ze bij de opvang aankomen. Voordat je melk gaat geven, moet de jonge das eerst worden nagekeken, gewogen, geholpen worden met poepen en plassen, opgewarmd worden en vocht toegediend krijgen.
De eerste voeding is altijd een elektrolytenoplossing. Bijvoorbeeld Rehydration, ORS of Orisel (verkrijgbaar bij apotheek of drogist).
Wanneer het diertje niet meer is uitgedroogd, kun je geleidelijk (speciale) melk toevoegen aan de elektrolytenoplossing.
Breng een das altijd naar een dierenopvang. Het in in Nederland en België verboden om een wilde das in huis te houden. Bovendien kan je veel schade toebrengen als je dingen verkeerd doet.
Huisvesting en warmte voor jonge dassen
De ideale huisvesting voor een jonge das is groot genoeg om in rond te lopen, heeft geen tocht, is warm genoeg en is schoon. De bodem is bedekt met absorberend materiaal, en wordt regelmatig schoon gehouden.
Jonge zoogdieren kunnen hun lichaamstemperatuur vaak niet goed op peil houden. Zeker als ze nog geen beharing hebben, kunnen ze gemakkelijk onderkoeld of juist oververhit raken.
Jonge dassen hebben het liefst verwarming van onderaf. Een elektrisch warmtematje met daar overheen een absorberend matje of handdoek is ideaal. Zorg dat er in het verblijf een koelere zone is, waar het jonge dier naartoe kan kruipen als het te warm wordt.
Fleecedekens zijn ideaal, want ze houden de warmte goed vast. Jonge dassen vinden het vaak lekker om onder een fleecedekentje te liggen. Daar voelen ze zich veiliger en lekker warm.
Houd jonge dassen bij voorkeur bij elkaar. Dat is goed voor hun sociale ontwikkeling. Geef eenzame dassen een surrogaatmoeder. Liefst eentje die warmte afgeeft. Ideaal hiervoor zijn de SnugglePet surrogaatmoeder knuffels, die hebben zelfs een kloppend hartje, wat een kalmerende werking heeft op jonge dieren.
Zorg voor zo weinig mogelijk contact met mensen, om problemen met de imprinting te voorkomen.
Breng een das altijd naar een dierenopvang. Het in in Nederland en België verboden om een wilde das in huis te houden. Bovendien kan je veel schade toebrengen als je dingen verkeerd doet. Deze handleiding is niet bedoeld voor particulieren.
Melk voor jonge dassen
Er is niet veel onderzoek gedaan naar de exacte samenstelling van dassenmelk. Dus daarom wordt meestal een algemeen melkpoeder gebruikt, zoals Esbilac, FoxValley 32/40 of Beaphar Lactol.
Dassen zijn familie van de marterachtigen, dus waarschijnlijk komt de moedermelk ook goed overeen met melk van andere marterachtigen. FoxValley 25/30 zou daarom ook geschikt kunnen zijn.
De Esbilac, FoxValley 32/40 en Beaphar Lactol moet verder worden verdund met water dan normaal. Dus dat is voor de meeste melksoorten 1 deel poeder met 3 delen water. Je kunt ook de melk aanmaken met een elektrolytenoplossing. Dat is vooral de eerste dagen van belang, en in het geval van diarree.
Benodigdheden
Naast melk, heb je voor jonge dassen ook nog nodig:
speentjes
Dassen geven de voorkeur aan kleine speentjes. Denk hierbij aan Catac ST1 of de Miracle Nipples.
De Miracle Nipples zijn het handigste, omdat je die kunt bevestigen op alle soorten spuitjes én op een flesje. Als je wilt overstappen, hoeft de jonge das niet meer aan een nieuwe speen te wennen.
De Catac ST1 speentjes zijn iets voordeliger in aanschaf, maar ze worden sneller stukgebeten. Bovendien kan het de speentje per ongeluk worden ingeslikt als de das er hard aan zuigt.
spuitjes
O-ring spuitjes zijn het handigste voor de eerste dagen. Je kunt er heel nauwkeurig mee doseren. En de o-ring zorgt ervoor dat de spuitjes zeer soepel blijven lopen.
Een jonge das kan gemakkelijk zelf het o-ring spuitje leegzuigen. Je hoeft niet op de achterkant te drukken.
Begin met een klein spuitje van 1 a 2 ml, en stap later over op een grotere maat van 10 of 20 ml.
flesje
Sommige verzorgers geven de voorkeur aan een melkflesje. Een flesje van 100 - 150 ml is groot genoeg.
Er bestaan ook glazen flesjes. Die gaan langer mee en kunnen uitgekookt en gesteriliseerd worden.
doekjes / watjes
Deze heb je nodig om de jonge das te helpen poepen en plassen.
weegschaal
Weeg de jonge das dagelijks, en schrijf het gewicht op in het voedingsschema. Zo kun je goed bijhouden of het dier goed groeit.
Alle benodigdheden zijn te bestellen in onze webshop: shop.melkvoordieren.nl
Voedingsschema melk
Nogmaals: deze handleiding is niet voor particulieren. Het is in Nederland en België verboden om een das in huis te houden. Breng een jonge das altijd meteen naar een gecertificeerde opvang. Ga niet zelf aan de slag met melk. Houd het warm en geef eventueel alleen wat water.
Vóór de melkvoeding
Voor iedere melkvoeding moet de ontlasting worden gestimuleerd. Neem een zacht doekje of watje en maak het vochtig met warm water. Wrijf over de buik en de genitaliën totdat het plas en poept. Houd bij hoe vaak de jonge das poept en plast, en noteer dit bij het voedingsschema.
De jonge das moet geholpen blijven worden met poepen en plassen, totdat je merkt dat hij het zelf kan.
Aantal voedingen per dag
Geef hele jonge dassen elke 3 uur een melkvoeding. Bijvoorbeeld om 6 uur, 9 uur, 12 uur, 15 uur, 18 uur, 21 uur, en middernacht.
Middenin de nacht hoef je niet te voeren. Alleen bij hele jonge of zwakke dieren.
Langzaam maar zeker kun je meer tijd tussen de voedingen doen, en daarmee het aantal voedingen per dag verminderen.
Als de jonge das ongeveer 500 a 600 gram is, volstaat het om 4 voedingen per dag te geven, met ongeveer 6 uur tijd ertussen.
De hoeveelheid melk
Een algemene richtlijn voor melkvoeding aan carnivoren is 35-40% van het lichaamsgewicht per dag. En ongeveer 25-50ml per kg lichaamsgewicht per voeding.
Een jonge das van 200 gram, kan ongeveer 15ml per voeding drinken.
Een das van ongeveer 5 weken oud zal 100 ml per voeding drinken.
Let op, dit zijn richtlijnen. Elk individu is anders. Als het maagje vol en rond is, zal het niet verder willen drinken. Dus forceer niets.
Hoe moet je een jonge das vasthouden tijdens het voeren?
Jonge dieren wikkel je het beste in een doekje. Het houdt ze warm, en ze zullen minder friemelen. Veel dieren vinden het fijn om de oogjes bedekt te hebben tijdens het drinken. En met het doekje heb je altijd een puntje vrij om het bekkie mee af te vegen.
In onderstaand filmpje zie je hoe een hermelijntje gevoerd wordt met een spuitje en een konijnenspeentje. Een jonge das is weliswaar groter, maar je kan dezelfde techniek, de pengreep, ook toepassen op een jonge das die niet goed wil drinken.
Het dieet van volwassen dassen
Volwassen dassen eten de volgende dingen (op volgorde van belangrijkheid):
- regenwormen,
- larven van insecten, zoals engerlingen en emelten
- maïs en andere graansoorten
- kevers
- appels, peren, pruimen, kersen en ander valfruit
- muizen, mollen, egels en konijntjes
- amfibiën
- slakken
- eikels en tamme kastanjes
- vogels en eieren
- aardbeien, bramen, vlier- en meidoornbessen
Deze dingen mag je ook aan een jonge das aanbieden, zodra de voortanden zijn doorgekomen. Dat is meestal op een leeftijd van 8 a 9 weken.
Begin met zacht vlees/gehakt of puppyvoer. Laat hem zelfstandig eten uit een bakje met een lage rand. In het begin eten ze nog niet zoveel vast voedsel.
Op een leeftijd van 10 a 12 weken kun je steeds meer vast voedsel geven, en geleidelijk minder melk.
Op een leeftijd van 12 a 13 weken geef je nog maar 2x per dag melk (altijd geleidelijk afbouwen). En als hij goed zelfstandig eet en goed op gewicht blijft, kun je stoppen met de melk.
Dassen zijn vooral 's nachts actief, dus geef hem 's nachts zijn vaste voeding.
In januari en februari worden de meeste jongen geboren. Per worp krijgt een dassenvrouwtje één tot vijf jongen. De jongen zijn blind en roze, met een dunne grijze vacht. Na vijf weken gaan de ogen open en na vier tot zes weken breekt het melkgebit door. Als de dassen twaalf weken oud zijn, hebben ze hun volwassen gebit. Na acht weken verlaten de jongen voor het eerst de burcht. De zoogtijd duurt minstens twaalf weken. Bij voedselgebrek kan de zoogtijd nog tot zes maanden duren. Nadat de jongen worden gespeend, leven ze de eerste paar dagen van halfverteerd voedsel, dat door de moeder wordt uitgebraakt.
Mogelijke problemen
Sommige dassen worden kaal als ze met de hand worden gevoerd. Dit kan komen door de melk. Het komt vooral voor bij dassen die worden grootgebracht met geitenmelk en koemelk. Maar het kan ook door stress komen dat het haar uitvalt. Meestal groeit het na een tijdje gewoon weer aan.
meer informatie:
de belangrijkste bronnen van deze handleiding zijn:
http://wildpro.twycrosszoo.org/S/00Man/MammalHusbandryTechniques/UKMHusbIndTech/HR_M_Badgers.htm
http://www.badgerland.co.uk/help/emergency/hand_rearing.html
einde handleiding jonge das met de hand grootbrengen