Deze handleiding is tot stand gekomen door een samenwerking van Stichting Eekhoornopvang en de dierenbescherming Utrecht. Later is deze informatie verder uitgewerkt door Stichting de Hoge Hoed en aangevuld met extra informatie door Melk voor Dieren.
Onderstaande informatie is bedoeld voor asielen en andere organisaties die incidenteel met jonge hazen in aanraking komen.
Ga als particulier nooit zelf een haas grootbrengen. Het is een beschermde diersoort en is het verboden deze dieren in huis te halen. Bovendien is het onmogelijk om ze vanuit een woning weer aan de vrije natuur te laten wennen.
Verschil tussen konijn en haas
De eerste belangrijke vraag is: is het gevonden dier een konijn of een haas? Wat is het verschil? De vindplaats geeft daar mogelijk al een antwoord op maar het verschil in uiterlijke kenmerken zijn vooral de belangrijkste aanknopingspunten.
Jonge wilde konijnen
Jonge wilde konijnen worden kaal, blind en doof geboren. De kleur van de huid is niet roze, zoals bij tamme konijnen, maar donker, blauwgrijs. Bij de geboorte wegen ze ongeveer 50 gram. Jonge wilde konijnen worden meestal met meerderen aangetroffen.
In het algemeen zal men nooit een nest jonge wilde konijnen zomaar vinden omdat wilde konijnen immers hun jongen werpen en zogen in een wentel (kraamhol) onder de grond. Als jonge wilde konijnen dan ook worden aangetroffen kan je er meestal van uitgaan dat de situatie niet in orde is.
Voorbeelden uit de praktijk waar jonge wilde konijnen zijn aangetroffen:
- wentel uitgegraven door een roofdier
- kat komt thuis met een jong wild konijn
- een wild konijn dat haar nest in een zandbak heeft geworpen
- een nest dat tevoorschijn komt bij werkzaamheden op een bouwterrein
In deze situaties is opvangen en met de hand grootbrengen noodzakelijk.
Jonge hazen
Jonge hazen worden geboren met een vacht, de ogen zijn open en de oren staan overeind. Bij de geboorte wegen ze ongeveer 80 tot 100 gram. De vacht van een haas is verschillend van een konijn. De vacht van een haas is langer en grover dan dat van een konijn en vaak hebben jonge hazen een witte vlek op de kop. Jonge hazen worden meestal alleen, soms met een of twee soortgenootjes gevonden.
Het verschil tussen een konijn en een haas
De onderstaande foto's geven een goed voorbeeld van het verschil tussen een jong wild konijn en een jonge haas. Het verschil zit hem voornamelijk in de vachtstructuur en de breedte van de kop. Jonge hazen hebben vaak een rommelige vacht met licht krullende haren. Konijntjes hebben een normale gladde vacht.
Ook de ogen van de haas hebben vaak een wat duidelijkere onderscheid in de iris en de pupil.
Op de foto hieronder: jonge wilde konijnen. Foto van Wildtierrettung Untertaunus in Duitsland
op de foto hieronder: jonge haas. Foto van Wildtierrettung Untertaunus in Duitsland
Moeder haas laat de jongen lang alleen
Veel hazen die in de opvang terecht komen, hadden helemaal geen hulp nodig. Moeder haas laat haar jongen grote tijd alleen en komt ze maar een paar keer per dag voeren. In dit filmpje zie je hoe dat gaat:
Normale ontwikkeling van een haas
De leeftijd van een jonge haas is vast te stellen op basis van het gewicht.
Normale ontwikkeling van een haas |
|||
Leeftijd |
Gewicht* |
Uiterlijke kenmerken |
Voeding |
1 dag |
80-100 gram |
volledig behaard en ogen open | speciale melk, bakje water en hooi |
1 week |
125 gram |
beetje brood en een plantensoort erbij | |
2 weken |
175 gram |
vanaf nu elke week 1 of 2 plantensoorten erbij |
|
3 weken |
250 gram |
||
4 weken |
300 gram |
||
5 weken |
350 gram |
||
6 weken |
400 gram |
* het gewicht in de tabel geldt voor normaal opgroeiende hazen. Vanwege hun slechte start, zullen de meeste met de hand grootgebrachte hazen het gewicht van 400 gram pas op een latere leeftijd bereiken.
Speciale melk voor jonge hazen
Hazenmelk is zeer vet (46%) en heeft ook een hoog eiwitgehalte (31%), maar heeft juist weer een laag lactosegehalte (5%).
Multimilk + KMR
De melkformule die de samenstelling van moedermelk het beste benadert is een combinatie van 3 delen Multimilk met 1 deel Kitten Milk Replacer (KMR®) en 5 delen water. Daarmee kom je op een vetgehalte van 49,9%, 32,2% eiwit en 5,6% lactose.
Multimilk wordt ook wel verkocht onder de naam Zoologic Milk Matrix 30/55. En KMR® wordt ook wel verkocht onder de naam Zoologic Milk Matrix 42/25. De producent van al deze producten is PetAg. Multimilk is lastig te verkrijgen in Nederland en Belgie en heeft maar een korte houdbaarheid.
Mengverhouding: 1 deel KMR + 3 delen MultiMilk + 5 delen water
FoxValley 30/50
Een andere optie is Foxvalley 30/50. Deze melk bevat 50% vet en 32% eiwit en heeft een zeer laag lactosegehalte (<8% koolhydraten). Deze melk is verkrijgbaar via de webshop op deze website en is meer dan 1 jaar houdbaar. Het heeft als bijkomend voordeel dat het zeer goed geaccepteerd wordt door de jonkies. En het is iets zuiniger in gebruik.
Mengverhouding: 2 delen FoxValley 30/50 + 3 delen water
Beaphar knaagdier- en konijnenmelk
Beaphar heeft mid 2020 de knaagdier- en konijnenmelk helemaal aangepast. Het heeft een hoog vetpercentage en een zeer laag lactosegehalte. Kijk voor meer informatie en een voedingsschema op www.beaphar.nl/knaagdiermelk
We horen graag ieders ervaring met deze nieuwe melk met het grootbrengen van jonge konijntjes en hazen. Mail ons op Diese E-Mail-Adresse ist vor Spambots geschützt! Zur Anzeige muss JavaScript eingeschaltet sein!
mengverhouding: 2 maatschepjes (9gram) + 15ml water
Bestel melkpoeder voor hazen in onze webshop.
Zo moet je de melk aanmaken:
Afhankelijk van welke melk je gebruikt en welke methode je gebruikt, moet je de melk voor hazen als volgt aanmaken:
Volg je het onderstaande voedingsschema, dan maak je de melk als volgt aan:
- 1 deel KMR + 3 delen MultiMilk + 5 delen water
- 2 delen Foxvalley 30/50 + 3 delen water
- 2 meegeleverde schepjes (9gram) Beaphar + 15 ml water.
Geef je de haasjes zoveel als ze willen drinken, dan maak je de melk aan met meer water:
- 1 deel KMR + 3 delen MultiMilk + 10 delen water
- 1 delen Foxvalley 30/50 + 3 delen water
- 1 meegeleverd schepje (4,5 gram) Beaphar + 15 ml water.
Een 'deel' is een maatschepje. De grootte van het maatschepje maakt niet uit. Een koffieschepje of ander keuken-maatschepje is vaak prima.
Schep de melkpoeder en strijk het af. Er mag geen bergje op de maatlepel liggen.
Het beste kun je heet water gebruiken van ongeveer 80 graden Celcius. Meng het water rustig door de melkpoeder. Als je té hard schudt of roert, kunnen de vetten in de melk juist gaan klonteren.
Laat de melk minstens 4 uur staan in de koelkast. Zo heeft het poeder rustig de tijd om al het water goed op te nemen. Hierdoor wordt de melk gemakkelijker te verteren en heb je minder problemen zoals diarree bij jonge dieren.
De aangemaakte melk kan 24 uur bewaard worden in de koelkast.
Voordat je gaat voeren, warm je de melk au-bain-marie op tot lichaamstemperatuur. Je kunt ook een flessenwarmer voor baby's gebruiken.
Gebruik geen magnetron om de melk op te warmen. In zulke kleine hoeveelheden gaat de melk snel koken en verpietert de melk.
Tips en trucs voor het aanmaken van melkpoeder
Meer (engelstalige) informatie op www.ewildagain.org.
Benodigdheden voor het grootbrengen van jonge hazen
Naast speciale melk, heb je de volgende spullen nodig:
Elektrolytenoplossing:
Begin de eerste 24 uur altijd met een elektrolytenoplossing, zoals Rehydration. Dit helpt tegen uitdroging en zorgt ervoor dat de darmen de overgang naar de nieuwe melk goed kunnen verdragen. Wat is ORS en hoe maak je het?
Spuitje:
Begin met een spuitje van 1 ml. Na een paar dagen kun je overstappen op een 2 ml spuitje. Wanneer de konijntjes goed zuigen aan het spuitje, kun je zelfs overstappen op een 10ml spuitje of een flesje.
Het beste zijn de zogenaamde O-ring spuitjes. Deze hebben een klein zwart rubberen ringetje, in plaats van een grotere rubberen zuiger. Door het dunne ringetje loopt het speentje soepeler en verminder je de kans op 'doorschieten'. Ook gaan O-ring spuitjes langer mee dan gewone spuitjes.
De meeste speentjes passen het beste op een o-ring Luer Loc spuitjes.
Speentje:
Een klein rubberen speentje dat je over het spuitje heen kunt trekken.
Voor jonge hazen is het konijnenspeentje erg geschikt, maar andere kleine speentjes kunnen ook. Oudere hazen kun je het beste voeren met de Miracle Nipple, omdat die stevig is en niet snel wordt stukgebeten.
Vast voedsel:
Haasjes mogen meteen ook al vast voedsel eten. In het begin zijn het vaak moeilijke eters, dit kan betrekkelijk lang duren. Begin met hooi en een beetje konijnenvoer. Wanneer ze dat goed eten, kun je ook groenvoer gaan aanbieden. Geef geen groente, maar zelf geplukte wilde planten. Op deze website vind je een lijst met geschikte planten voor konijnen en hazen.
Plantengids:
Een plantengids met duidelijke foto's en beschrijvingen kan je helpen de juiste planten te vinden.
Waterbak:
Geef wilde hazen een waterbak vanaf het moment dat de ogen open zijn. Leer wilde dieren nooit uit een fles te drinken. In de natuur hangen ook geen waterflessen.
Warmtebron:
Konijntjes die nog geen goede vacht hebben, hebben een warmtebron nodig. Dit kan zijn een kruik, infraroodlamp, elektrisch matje of een snugglesafe.
Alle voor- en nadelen van de verschillende warmtebronnen staan beschreven in dit artikel.
Alle hierboven beschreven artikelen zijn te koop in onze webshop: shop.melkvoordieren.nl
Voedingsschema wilde hazen
Geef de eerste 24 uur eerst een ORS elektrolytenoplossing, zoals Rehydration, om uitdroging tegen te gaan.
Vaak zijn de jonge hazen uitgedroogd en gestrest en dan kunnen ze nog geen melk verdragen.
Meer informatie:
De eerste 24 uur. Hoe zorg je voor een jong dier?
Wat is ORS en hoe maak je het?
Begin pas na 24 uur met de melk. Wanneer het haasje erg uitgedroogd was, kun je de 2e en 3e dag de melk ook aanmaken met elektrolytenoplossing in plaats van water.
Hazen zijn vaak moeilijke eters en hebben vaak enkele dagen nodig om aan de manier van voeden te wennen. Zolang ze slecht drinken is het aan te raden meerdere keren per dag melk aan te bieden: dus in plaats van 3x bijvoorbeeld 4 à 5x per dag. Wanneer ze het eenmaal door hebben, zullen ze zeer gulzig drinken en is een haasje binnen een minuut gevoerd.
Voedingsschema haas |
||
gewicht |
Hoeveelheid per voeding* |
frequentie |
100 gram |
3 ml |
3x per dag |
150 gram |
7 ml |
3x per dag |
200 gram |
10 ml |
2x per dag |
250 gram |
15 ml |
2x per dag |
300 gram |
18 ml |
2x per dag |
350 gram |
20 ml |
1x per dag |
400 gram |
stoppen |
* verhoog de hoeveelheden melk altijd geleidelijk in een tijdsbestek van twee dagen.
Bovenstaand voedingsschema is een richtlijn. Eet een haasje van 200 gram bijvoorbeeld nog nauwelijks andere dingen dan melk, blijf dan nog even 3x per dag melk geven.
Jonge hazen mogen meteen al hooi en een bakje water. Vanaf een week oud een stukje gedroogd bruin brood, stukje wortel en dan langzaam steeds meer groenvoer. Alles met hele kleine beetjes opbouwen.
Mijn haas wil veel meer melk drinken dan het voedingsschema!
Vaak lusten hazen na de melkvoeding nog wat extra water. Het is verleidelijk om ze extra melk te geven, maar teveel melk is niet goed voor ze. Ze groeien dan te snel, en dat geeft problemen met de spieren en de botten. Of ze worden moddervet.
Wel mag je ze na de melkvoeding extra verdunde waterige melk geven, zodat er nog een beetje melksmaak aan het water zit. Dan accepteren ze het beter.
In de natuur hangen geen drinkflesjes, dus geef hazen altijd een bakje water. Geef maar een dun laagje water en ververs het regelmatig, want ze zullen er steeds doorheen lopen.
Wil je de haasjes zoveel melk geven als ze zelf willen drinken? Maak de melk dan aan met 2 keer zoveel water dan gebruikelijk:
- 1 deel Foxvalley 30/50 + 3 delen water
- 1 deel KMR + 3 delen MultiMilk + 10 delen water
- 1 meegeleverd schepje (4,5 gram) Beaphar + 15 ml water.
Gaat het drinken lastig, en willen het haasje niet zo graag? Houd je dan aan het voedingsschema en de mengverhouding 2:3. Dan krijgt het genoeg energie en voedingsstoffen binnen.
Hoe moet je een haas vasthouden tijdens het voeren?
Jonge dieren wikkel je het beste in een doekje. Het houdt ze warm, en ze zullen minder friemelen. Veel dieren vinden het fijn om de oogjes bedekt te hebben tijdens het drinken. En met het doekje heb je altijd een puntje vrij om het bekkie mee af te vegen.
Houd het diertje nooit achterover, maar rechtop als het lastig gaat, en met de pootjes omlaag als het makkelijker gaat. Oudere hazen kan je gewoon op de pootjes laten staan en later drinken.
In onderstaand filmpje zie je hoe een hermelijntje gevoerd wordt met een spuitje en een konijnenspeentje. Je kan dezelfde techniek, de pengreep, ook toepassen op een jong haasje dat niet wil drinken.
De kleur van de keutels
De kleur van de keuteltjes zegt veel over de gezondheid van de haas. En of het allemaal goed gaat in de darmen.
Witte keutels duiden erop dat de melk niet goed wordt verteerd. Vaak is het een teken dat er teveel melk wordt gegeven. Houd je goed aan het schema! Wil je haasje nog meer drinken dan aanbevolen, geef het dan na de gewone voeding nog wat verdunde waterige melk te drinken. Gewoon water mag ook, maar dat lusten ze meestal niet. Als je er een klein beetje melk doorheen doet, accepteren ze het beter.
Gele keutels duiden erop dat de darmflora niet optimaal is. Om dat te verhelpen kan je het beste een beetje probiotica poeder door de melk doen. Een snufje is genoeg. Er zijn geen echte richtlijnen voor, maar je hoeft niet bang te zijn voor overdosering. Kies bij voorkeur een probiotica met zoveel mogelijk verschillende soorten bacteriën erin, want je weet nooit precies aan welke bacteriesoort je haas behoefte heeft.
Probiotica is te koop in onze webshop. Poeder werkt het makkelijkste.
Eetbare planten
Maak gebruik van een plantengids om onderstaande planten te kunnen onderscheiden.
Bijvoet- Artemisa spec.
Boerenwormkruid- Tanacetum vulgare – Onbeperkt, voorkomt wormen en indigestie
Brandnetel- Urtica spec. – Jonge scheuten of gedroogd, als hooi
Cichorei- Cichorium intybus
Distels- Cirsium spec. – Gedroogd, als hooi
Dovenetels- Lamium spec. - Beperkt, als versnapering
Duizendblad- Achillea millefolium – Onbeperkt
Duizendknoop- Polygnum spec. – Altijd mengen
Gele ganzenbloem- Chrysanthemum segetum
Hennepnetel- Galeopsis tetrahit
Herderstasje- Capsella bursa-pastoris – Jonge rozetten
Herik- Sinapis arvensis
Kamille- Matricaria spec. – Gedroogd, werkt anti-septisch
Karwij- Carum carvi – Beperkt, deflatuerend
Kleefkruid- Galium aparine – Vers!
Klein hoefblad- Tussilago farfara – Beperkt, voorkomt trommelzucht
Klis- Arctium spec. – In geringe hoeveelheid
Kromhals- Anchusa arvensis – Vers
Kruiskruid- Senecio spec.
Melde en ganzenvoet- Chenopodium spec. – Beperkt, altijd mengen
Melkdistels- Sonchus spec.
Paardebloem- Taraxacum spec. – Onbeperkt
Reigersbek- Erodium spec. – Altijd mengen
Spurrie- Spergula arvensis
Weegbree- Plantago spec. – Onbeperkt, reguleert de darmfunctie
Wilde peen- Daucus carotus
Wilgenroosje- Chamaenerion angustifolium – Beperkt
Zevenblad- Aegopodium podagraria – Onbeperkt, urinedrijvend
Zilverschoon- Potentilla anserina
Zuring- Rumex spec. – Zeer beperkt, altijd mengen
Wilde hazen terugzetten in de natuur
Eenmaal geflest en gespeend breekt een belangrijke fase aan voor haasjes, namelijk het terug zetten in de natuur. Van een beschutte kooi met konijnenvoer binnenshuis naar een weiland met gras sprieten en vijanden is een hele grote overgang.
Het is dan ook noodzakelijk de jonge dieren weer te laten wennen aan buiten (uitwennen) met de daarbijbehorende voeding. Zonder uitwennen zijn de jonge haasjes ten dode opgeschreven.
Zoals gezegd is het een fabel dat wilde dieren in gevangenschap tam worden en terug in de natuur niet zullen overleven. Wilde dieren in gevangenschap houden is dierenleed. Het is uiteraard moeilijk te achterhalen hoe het de gefleste dieren vergaat als ze eenmaal zijn uitgezet maar levenslange gevangenschap is voor deze wilde dieren geen optie. De uitwenfase en het gebied waar de jonge dieren worden uitgezet zijn dan ook erg belangrijk. Het behoeft geen betoog dat het na alle tijdsbesteding en kosten omtrent het flessen van jonge wilde konijnen en hazen niet de bedoeling is dat de jonge dieren in het wild geen optimale kans hebben. Het blijft echter de natuur.
Op welke leeftijd kun je een wilde haas weer uitzetten?
Moederhazen zogen hun jongen drie tot vier weken. In de opvang duurt het vaak wat langer omdat de start meestal moeizaam is. Het gewicht van de jonge dieren (vanaf ongeveer 400 gram) en hun eetgedrag zijn de belangrijkste criteria. De jonge wilde dieren zijn dan ongeveer vijf tot zes weken oud. Hazen zijn tegen die tijd al behoorlijk onhandelbaar en laten zich nog amper hanteren. Belangrijk is natuurlijk dat de dieren zelf eten, zowel gras, paardenbloemblad (groenvoer) als konijnenvoer.
In welke periode van het jaar kun je wilde hazen uitzetten?
Afbouwen van de melkvoeding, toename in lichaamsgewicht en het zelf eten van gemengd konijnenvoer en groenvoer zijn de drie criteria dat de jonge wilde dieren naar buiten kunnen om terug te wennen in de natuur. Vanaf april tot en met eind oktober is het geen probleem de dieren uit te wennen en uit te zetten. In november echter is het weer vaak al te koud en te nat. Er is bijna niets meer te eten en met name wilde konijnen hebben niet meer de gelegenheid zich aan te
sluiten bij een groep en/of zelf een hol te graven. Na november is de enige optie om de jonge wilde dieren tot en met het volgende voorjaar in de opvang in een buitenren te huisvesten. De ren moet optimale beschutting bieden tegen kou, wind en regen. Vooraf aan de overwintering is het belangrijk om de jonge dieren te seksen en de rammen en voedsters apart te huisvesten om te voorkomen dat zij zich voortplanten.
Voor het uitwennen moet minimaal twee weken uitgetrokken worden.
Huisvesting in een buitenren
De beste locatie is een beschutte plek, zo ver mogelijk van de bewoonde wereld en de bijbehorende geluiden. Het is wel belangrijk dat de dieren goed in de gaten gehouden kunnen worden, minimaal een maal per dag, om te zien of ze goed eten en niet ziek zijn.
Een buitenren van minimaal twee vierkante meter (1 x 2 m en ongeveer 80 cm tot 1 m hoog), liever groter, met daarin een tocht- en vochtvrij nachthok op poten van minimaal 40 x 80 cm. Door het hok op poten te zetten kunnen de dieren beschutting vinden onder het hok. Met name konijnen zitten hier graag onder. De ren moet worden ingegraven want konijnen graven zich er onderuit. Om toch in de graafbehoefte te voorzien is het leuk om het gaas zo’n 50 tot 80 cm in te graven. De ren kan verder aangekleed worden met wat takken ter beschutting. Bouw het niet te vol want konijnen trekken graag een sprintje. De ren moet voor een gedeelte aan twee zijkanten worden gedicht voor een eventuele overwintering en ook de bovenkant moet voor een gedeelte overkapt zijn.
Voeren van wilde hazen die moeten uitwennen
Geef de jonge wilde dieren op een vast moment op de dag te eten. Ververs elke dag het gemengde konijnenvoer, het groenvoer en het water. Pluk zoveel mogelijk verschillende soorten grassen, muur, paardenbloemblad en kruiden. Het menu kan aangevuld worden met een stukje gedroogd bruin brood en wortel.
Gedrag van hazen tijdens het uitwennen
In de uitwenfase zitten de konijnen meestal onder of achter het buitenhok, ze graven het liefst holen onder de grond. Hazen zitten vaak in het hok en zijn weinig actief. De eerste week in de uitwenfase wordt er nauwelijks of niet gegeten. Blijkbaar is er veel stress door het vervoer, een andere omgeving, geluiden en de temperatuur. Vooral konijnen schieten bij toenadering angstvallig weg. Na een week beginnen ze te eten, ze laten zich echter moeilijk zien. Hazen laten zich meer zien.
Welke locatie is geschikt om een haas uit te zetten?
Als de jonge dieren goed zijn gewend aan de buitentemperatuur en de aangeboden voeding en de dieren gedragen zich schuw, dan is het tijd om de dieren uit te zetten. Voor het uitzetten is het belangrijk een gebied te vinden waar andere wilde konijnen dan wel hazen aanwezig zijn, maar waar niet gejaagd wordt en zo min mogelijk natuurlijke vijanden zijn. Waar wilde konijnen zijn, zijn meestal geen hazen en andersom. Informeer bij de plaatselijke boswachter of terreinbeheerder. Zij hebben meestal goede kennis van een bepaald gebied en kunnen adviseren waar konijnen- en hazenpopulaties leven.
In het algemeen is het leefgebied van wilde konijnen te herkennen aan de zogenaamde konijnenheuvels, meestal aan de rand van een bebost of struikachtig gebied. Hazen verblijven meer in een weiland omringd door greppels en bos.
Zet nooit een jong wild konijn midden op een bestaande konijnenheuvel. Het wordt onmiddellijk als indringer gezien. Zet het jonge dier op veilige afstand. Hazen kunnen het beste aan de rand van een weiland worden uitgezet.
Van april tot en met eind oktober, uiteraard afhankelijk van de weersomstandigheden, kunnen jonge wilde konijnen en hazen uitgezet worden. Op de dag van het daadwerkelijke uitzetten en de daaropvolgende dagen is het belangrijk dat het weer redelijk droog is, er geen storm woedt, de temperatuur schommelt tussen de tien tot vijftien graden Celsius en de nachten niet te koud zijn. Het weer moet enkele dagen stabiel zijn.
Tijdstip van uitzetten
Het beste tijdstip van uitzetten is in de loop van de ochtend zodat de jonge wilde dieren de hele dag de tijd hebben om een schuilplaats te zoeken en te vinden.